Blog: Examens op de schop, hoe kan het anders?

“Een doorgeslagen focus op het leren voor examens” noemt Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad het. Scholen die alleen maar bezig zijn met het trainen voor het halen van examens. Logisch als de samenleving, onder leiding van de politiek het onderwijs daarop afrekent. Als de inspectienormen vooral gaan over de snelheid waarmee leerlingen door het onderwijssysteem worden geduwd. Zo ontstaan ook commerciële varianten van onderwijs waar twee studiejaren in een jaar worden gepropt. Alleen geconcentreerd op examens. Een trucje aanleren. Uit het hoofd leren, weinig ervaren. 

Maar uiteindelijk leidt dit tot verschraling van onderwijsaanbod. Want wat is de bron van deze ratrace? Is het verdienmodel in de plaats gekomen van kwalitatief goed onderwijs vanuit een ontwikkelingsvisie? Het vormen van maatschappelijk geïntegreerde medemensen is vervangen voor “harde” studieresultaten. Een van de grootste mythen van meten is volgens Schiemann de misvatting dat harde, makkelijk meetbare scores leiden tot waarde en waarden. Dat een gezonde organisatie of maatschappij “vanzelf” ontstaat zolang je maar stuurt op eenvoudig te meten targets.

De financiële wereld laat zien dat deze vlieger niet opgaat. Aandeelhouderswaarde en winstoptimalisatie maken het slechte in mensen wakker. Op korte termijn gerichte managers veroorzaken veel schade en onrust in bedrijven en knijpen uiteindelijk de motivatie van medewerkers uit tot het absolute burn-out niveau. We zien dit gedrag terug in postbedrijven die hun medewerkers devalueren tot oproepkrachten en thuiszorgorganisaties die alphahulpen inzetten voor tarieven waar nauwelijks een sociaal minimum van welzijn kan worden verwezenlijkt.

Het onderwijs moet financieel gezond worden gerund. Maar het financieel management vervangt nooit een gezond onderwijsklimaat. Gezond onderwijs gaat over intrinsiek gemotiveerde docenten en ondersteuners die vanuit de kwaliteitsdoelstellingen autonoom hun passie mogen verspreiden over hun leerlingen/studenten. Hiertoe aangemoedigd door een enthousiasmerend management dat de voorwaarden schept voor kwalitatief hoogstaand onderwijs. Met veel meer dan alleen maar examenresultaten als gevolg.

Als ik met onderwijsmanagers een beleidsrijk onderwijsbudget in de steigers zet begin ik altijd met de uitgangspositie: Welke doelstellingen wil ik bereiken? Wat is de waardepropositie van onze onderwijsorganisatie? Welke leerlingen/studenten gaan waarom voor onze school kiezen? En hoe moet ons onderwijs er vervolgens uitzien om deze keuze te rechtvaardigen? Antwoorden worden altijd gevonden in de mate van motivatie en competenties die zichtbaar worden in onderwijssituaties. Of die nu in het klaslokaal worden bereikt of via blended learning daarbuiten. Daar worden “soft” controls voor ontwikkeld. Stuurgetallen die meten waar onderwijs echt over gaat. Zelden komen die overeen met de meters die we zien in kranten of inspectierapporten. Succesvolle scholen laten al lang zien hoe het moet. Tijd voor echte vernieuwing.