Blog: In de basis is goed onderwijs simpel

Aan het eind van het seizoen, terwijl diploma’s worden uitgereikt, gezakten getroost, overgangsresultaten bekend gemaakt, zittenblijvers geïnformeerd en bureaus geschoond, is het tijd voor contemplatie. Waar doen we het allemaal voor? Wat was ook alweer de reden om voor onderwijs te kiezen? En brengt de manier waarop we nu het onderwijs aanbieden en organiseren precies datgene waarom we het onderwijs in gingen?

Goed onderwijs
In vorige blogs* ben ik ingegaan op lean education waarbij we alles wat niet bijdraagt aan goed onderwijs moeten strippen en skippen. Toch kwam ik erachter dat de laatste MT-vergadering over veel ging maar te weinig over goed onderwijs, zoals:


Veel gedoe over wet- en regelgeving, niet alleen van het ministerie maar ook allerlei lokaal toezicht.
Veranderingen op financieel gebied waar het onderwijs meestal niet beter van wordt.
Eisen van vakbonden, personeelsgeledingen, ouders die van alles willen, gebouw en verbouwingen, investeringen in ICT.
De meerjarenbegroting, het budget, overleg met de accountant, de onderwijsinspectie.
Een journalist die informatie wil over de laatste Elsevier enquête.
etc.

Til studenten naar een hoger niveau
In de basis is goed onderwijs simpel. Leerlingen en studenten verleiden om op een hoger niveau te komen. In taal, rekenen, kennis en vaardigheden. Naar betere burgers in een snel veranderende samenleving. Naar wendbare werknemers die niet alleen een trucje hebben geleerd maar in staat zijn om onder disruptieve omstandigheden zichzelf opnieuw uit te vinden. Daar moet het dus over gaan tijdens colleges en lessen. En een diploma is maar een van de bewijzen dat dit op de goede manier lijkt te zijn gegaan.
Simon Sinek heeft in zijn Golden Circle aangegeven dat de bron van waaruit wij handelen de basis is van alles wat wij doen en hoe wij wat doen. Daarom moeten we met regelmaat onze beweegredenen opnieuw tegen het licht houden, omdat daarmee het kaf van het koren kan worden onderscheiden. Daarmee leren we beter nee te zeggen tegen zaken die niet bijdragen aan de kwaliteit van ons onderwijs en gaan we beter om met prioriteiten waar het onderwijsgeld dat we te besteden hebben heengaat.